Ruimtetelescoop TESS

Op 18 april 2018 heeft de NASA de ruimtetelescoop TESS (Transiting Exoplanet Survey Satellite) in de ruimte gebracht.

TESS neemt het stokje over van ruimtetelescoop Kepler, die 30 oktober 2018 is uitgeschakeld vanwege het feit dat de brandstof op was. Het gebied van de hemel dat TESS kan afspeuren is 350 keer zo groot als dat wat Kepler kon doorzoeken. Daardoor zal TESS veel meer exoplaneten kunnen vinden.

Net als Kepler zal TESS de zogeheten transitmethode gebruiken om planeten te vinden. Hierbij wordt gezocht naar schommelingen in de helderheid van een ster die veroorzaakt worden door een planeet die passeert tussen de ster en de telescoop. Hoe vaak de schommelingen terugkeren, zegt iets over hoe snel de planeet rond zijn ster draait. De hoeveelheid licht die geblokkeerd wordt, zegt iets over de omvang van de exoplaneet.

Waar Kepler verre sterren in een klein gebied van de hemel bekeek, zal TESS kijken naar sterren die dichterbij staan. Dat zijn meer dan 85% van de sterren. TESS is erop gebouwd om kleinere, koelere sterren waar te nemen die vooral rood licht uitstralen. Ongeveer 90% van de sterren in de Melkweg straalt rood licht uit. Astronomen vermoeden dat deze sterren meer planeten hebben dan de Zon en vooral ook kleinere planeten, zoals de Aarde.

Omdat die sterren zo dichtbij staan en zo veel planeten bezitten, zijn ze ideale doelwitten voor de James Webb Space Telescope (JWST), die in 2020 zal worden gelanceerd. De JWST zal de atmosfeer van exoplaneten afspeuren op zoek naar sporen van leven. Dergelijk atmosfeeronderzoek is momenteel alleen mogelijk bij planeten die relatief dicht bij hun ster staan.