Nieuw bewijs dat de inslag van een planetoïde heeft geleid tot een klimaatverandering

In 2007 werd er een controversiële theorie gepubliceerd waarin stond dat er zo’n 12.800 jaar geleden een inslag van een enorme planetoïde de oorzaak was van het ontstaan van een nieuwe IJstijd, het uitsterven van heel veel grote diersoorten en het (bijna) uitsterven van de Clovismensen. Door de gigantische inslag zijn er veel branden ontstaan op Aarde. De rook van deze branden blokkeerden het zonlicht waardoor de temperatuur uiteindelijk flink ging dalen. Bovendien werkten de gletsjerdammen die gebouwd waren onvoldoende, waardoor er heel veel zoet water in de Atlantische Oceaan terecht kwam. Dat zorgde er voor dat de oceaankringlopen werden verstoord. Deze koude periode heeft men het Jongere Dryas genoemd. In deze periode zijn onder andere de mammoeten, de mastodonten en de sabeltandtijgers volledig uitgestorven.

Er is eigenlijk altijd wel discussie blijven bestaan over deze theorie. Mede doordat er geen duidelijke oorzaak is gevonden voor het uitsterven van deze dieren. Nieuw onderzoek heeft echter laten zien dat deze inslag een enorme klimaatverandering heeft veroorzaakt die zeker 1400 jaar duurde. In South Carolina, maar later ook op andere plekken in de wereld vonden onderzoekers heel veel platina. Platina wordt altijd in verband gebracht met objecten uit de ruimte. Dus met kometen en planetoïden. Deze zitten vol met platina. Dat is dus winst voor de theorie van 2007! De onderzoekers gaven wel aan dat de inslag van de planetoïde het laatste zetje was voor de uitsterving van de dieren, maar dat de populaties al enorm waren teruggelopen door de intensieve jacht op de dieren.

Toch vinden nog heel veel onderzoekers het te kort door de bocht dat een planetoïdeinslag het einde van een tijdperk inluidt. Er is ook een vergelijkbare theorie waardoor na een inslag van een planetoïde, dik 65 miljoen jaar eerder, de dinosaurussen zijn uitgestorven. Het lijkt te makkelijk om te denken dat dit heeft geleid tot massauitsterving. De onderzoeksresultaten die onlangs door het de Universiteit van South Carolina is gepubliceerd draagt in elk geval bij aan deze discussie.